Nieuwsoverzicht
Duurzaamheid

Investeer ik in een monocultuur?

Roderick Schlimmer
14 december 2022
9 min.
Image

Tijdens het interview voor de TreeTalks blog met Corekees investeer Fioen stelde Fioen de vraag in hoeverre de Pongamiabomen een monocultuur in stand houden, of dat onze bomen onderdeel zijn van de tegenhanger: een gemengd gewas.
Daarnaast vroeg zij zich ook af in hoeverre het aanplanten van Pongamiabomen bijdraagt aan toename van biodiversiteit. Wij vonden deze vragen zo goed dat we besloten hebben er een volledige blogpost aan te wijden! Dus bij deze ons antwoord op de vraag: investeer ik in een monocultuur?

Wat is een monocultuur?

Voordat we hier antwoord op kunnen geven moeten we eerst duidelijk definiëren wat een monocultuur is. Wikifarmer schrijft over monocultuur het volgende: “Onder monocultuur wordt verstaan dat per groeiseizoen slechts één gewas op het veld wordt verbouwd. Deze term wordt echter vaak gebruikt om de teelt van één enkel gewas jaar na jaar op hetzelfde veld aan te duiden.’’ Volgens Encyclo is monocultuur: “landbouw met één gespecialiseerd gewas.’’ Voor deze blog zullen we die laatste definitie gebruiken.

Waar komt monocultuur vandaan?

Vanaf circa 200 jaar geleden veranderde in de Westerse wereld de manier waarop landbouw bedreven werd. Tijdens deze zogenaamde agrarische revolutie werden kunstmest, teelt machines en nieuwe gewassen geïntroduceerd. Tegelijkertijd werd er een nieuw teeltsysteem geïmplementeerd: de monocultuur. Het planten, oogsten en verkopen van één enkel gewas was voor de boer een stuk makkelijker en efficiënter.

Vandaag de dag zien we ook hier in Nederland nog altijd veel monoculturen. Denk bijvoorbeeld aan monoculturen van mais en Engels raaigras op Gelderse zandgronden of monoculturen van tarwe op zware kleigronden in Groningen. In de Betuwe vinden we monoculturen van bijvoorbeeld appels en in de glastuinbouw van het Westland zien we monoculturen van tomaten of aardbeien.

Buiten Nederland zien we ook een hoop monoculturen. Denk bijvoorbeeld aan befaamde Franse wijnen van één specifieke druivensoort in één enkele regio, of eindeloze theevelden in India of Sri Lanka. Overal ter wereld vinden we monoculturen en de meeste mensen maken dagelijks gebruik van producten uit dit soort monoculturen. Toch hebben ze een hele slechte reputatie. Waarom eigenlijk?

Wat is er mis met een monocultuur?

Het grote nadeel van een monocultuur is dat ze, als er niet bemest wordt, de bodemvruchtbaarheid uitputten. Daarnaast zijn monoculturen vatbaarder voor plantenziektes en insectenplagen. Hierdoor moeten er meer bestrijdingsmiddelen ingezet worden. Op lange termijn leidt monocultuur tot fundamentele problemen voor een ecosysteem. Verlies van biodiversiteit en opkomst van resistente parasieten en plantenziekten die aan een specifiek gewas zijn aangepast behoren tot de grootste problemen. 

In een normale natuurlijke omgeving houdt fauna zijn eigen boden in stand. Biodiversiteit en tal van kringlopen zorgen ervoor dat voedingsstoffen aan de bodem toegevoegd worden zodat uitputting van de grond niet plaatsvindt. In monocultuur systemen neemt de kwaliteit van de bodem echter langzaam maar zeker af. In duurzame landbouwmethodes wordt deze bodemdegradatie tegengegaan door gebruik te maken van gewasrotatie en combinatieteelt als alternatief voor monocultuur.

Hoe zit het bij Corekees – het korte antwoord

Op de vraag of je bij Corekees investeert in monocultuur, antwoorden wij resoluut ‘nee’. Voor Project Pongamia maken we namelijk gebruik van een Agroforestry methode genaamd ‘Silvopasture’. Agroforestry is een vorm van boslandbouw waarbij het groeien van bomen gecombineerd wordt met landbouw of veeteelt. Silvopasture is op zijn beurt weer een vorm van Agroforestry waarbij veeteelt wordt gecombineerd met bosbouw. De dieren grazen simpelweg tussen de bomen en daarmee wordt er per definitie al sprake van een gevarieerd gebruik van de grond. Ben je benieuwd hoe dit precies in elkaar zit? Om er meer over te lezen verwijzen je graag door naar deze blog.

Daarnaast putten onze Pongamiabomen de grond niet uit, maar voegen ze juist voedingsstoffen aan de bomen toe. Ze zijn, net zoals bijvoorbeeld veel peulvruchten, namelijk ‘stikstof-bindende organismes’. Het planten van Pongamiabomen onder een Silvopasture systeem kent dus niet de schadelijke effecten van een monocultuur en zorgt niet voor verlies van biodiversiteit, maar juist voor een toename van biodiversiteit in een regio die geplaagd wordt door ontbossing. Dit komt mede door het feit dat wij onze bomen uitsluitend planten op marginale grond (wat niet geschikt is voor landbouw) die ten minste vóór 2009 ontbost is. Dit zodat we niet concurreren met voedselproductie en we er ook zeker van zijn dat onze bomen niet de plek van inheemse bossen innemen.

Hoe zit het bij Corekees – het lange antwoord

Tegelijkertijd zou het een beetje flauw zijn om te stellen dat Project Pongamia geen kenmerken van een monocultuur heeft. Immers, we planten wel degelijk grote hoeveelheden van één en dezelfde boom binnen een bepaald gebied. Het is uiteindelijk een kwestie van hoe rechtlijnig je een bepaalde definitie hanteert: kijk je naar de letterlijke betekenis van een woord, of houd je rekening met de context? Wanneer we dat eerste zouden doen, voldoet Project Pongamia namelijk wel gedeeltelijk aan de definitie zoals we die aan het begin van dit stuk gekozen hebben. Project Pongamia is dan weliswaar geen landbouw met één gespecialiseerd gewas, maar wel bosbouw met één gespecialiseerde boom. Het feit dat er óók koeien grazen doet er letterlijk gezien niet zoveel toe, omdat koeien immers geen gewas zijn. 

Om deze zwakte van het project te compenseren maken we daarom gebruik van andere manieren om toch biodiversiteit te bevorderen. Ten eerste door heel veel ruimte te nemen voor het planten. In theorie zouden we ca. 1000 bomen per hectare kunnen planten. Wij planten er echter maar 250 per hectare. Op deze manier blijft er plek vrij voor natuurlijke aanwas zoals de groei van kleine planten en bodembedekkers.

Daarnaast maken we in Project Pongamia gebruik van zogenaamde ‘erosiegordijnen’. Dit zijn brede stroken van natuurlijke en gemengde vegetatie waarmee verschillende percelen Pongamia van elkaar gescheiden worden. Zoals de naam al doet vermoeden beschermen deze stroken de jonge Pongamiaboompjes tegen allerlei vormen van erosie zoals wind- en bodemerosie. Een ander voordeel van deze erosiegordijnen (Cortinas in het Spaans) is dat ze biodiversiteit nog verder verhogen en dat dit weer zorgt voor een gezondere omgeving en de kans op ziektes, schimmels en parasieten verkleind. Deze methode lijkt te werken. De bomen huisvesten een veelvoud aan vogels en in het voorjaar van 2021 zijn er voor het eerst in hele lange tijd zelfs weer Jaguars gespot

En hoe zit het dan met Project Olifantsgras? – het korte antwoord

Met Project Olifantsgras planten we in de laatste maanden van 2022 en het begin van 2023 honderdduizenden stengels Olifantsgras verspreid over 12 hectare braakliggende grond in het Zuiden van Kenia. Ook hier moeten we onszelf weer de vraag stellen: investeren we in een monocultuur? Technisch gezien is het antwoord ‘ja’. We planten op deze braakliggende grond immers uitsluitend Olifantsgras. Hoewel technisch gezien een monocultuur, heeft Project Olifantsgras toch een positieve impact op biodiversiteit.

Het grootste gedeelte van de biodiversiteit vinden we ondergronds, in het zogenaamde bodemleven. Zonder een actieve ondergrondse biodiversiteit kan bovengrondse flora en fauna niet functioneren. Juist op deze ondergrondse biodiversiteit heeft het planten van Olifantsgras een enorm positieve impact. Het behoudt minerale voedingsstoffen, zorgt voor een constante bodembedekking waarmee het bodemerosie voorkomt en waterretentie verhoogt. Bovengronds heeft het aanplanten van Olifantsgras ook positieve impact op de biodiversiteit. Het hoge gras zorgt voor dekking en creëert daarmee een veilige habitat voor insecten, spinnen, vogels en zoogdieren.

En hoe zit het dan met Project Olifantsgras? – het lange antwoord

Het antwoord op deze vraag vonden we in de wetenschappelijke literatuur over Olifantsgras (miscanthus). Er is weinig onderzoek gedaan naar de milieueffecten van de teelt van meerjarige energiegewassen (zoals miscanthus) in de tropen. Daarom zullen we voor het beantwoorden van deze vraag gebruik maken van onderzoek naar miscanthus in de zogenaamde gematigde streken. We hebben vier verschillende onderzoeken bekeken en de uitkomsten daarvan delen we hieronder:

Caslin et al. stellen dat de flora onder het miscanthus dak voedsel biedt aan vlinders, andere insecten en hun roofdieren, en 40 vogelsoorten. De auteurs stellen verder dat miscanthus gewassen een betere biodiversiteit bieden dan graangewassen, met driemaal zoveel spinnen en regenwormen als graangewassen. Bruine haas, hermelijn, muizen, woelmuis, spitsmuis, vos en konijn zijn enkele van de soorten die in miscanthus gewassen worden waargenomen. Het gewas fungeert zowel als nestgelegenheid en als een corridor voor wilde dieren die verschillende habitats met elkaar verbindt.1

McCalmont et al. stellen op hun beurt dat miscanthus gewassen een fysieke structuur hebben die werkt als een belangrijke bedekkings- en habitat bron, met een hoge diversiteit in vergelijking met eenjarige gewassen. Het gewas biedt voor elk seizoen een andere ecologische niche – de auteurs schrijven dit toe aan de voortdurend evoluerende structurele heterogeniteit van het gewas, waarbij verschillende soorten op verschillende tijdstippen tijdens de ontwikkeling beschutting vinden.2 De auteurs beweren voorts dat miscanthus velden leiden tot een aanzienlijk betere waterkwaliteit omdat er veel minder nitraat uitspoelt. Er is drastisch 3 minder nitraatuitspoeling uit miscanthus velden in vergelijking met de typische maïs/soja rotatie vanwege de lage of geen behoefte aan meststoffen, de continue aanwezigheid van een plantenwortel als put voor stikstof en de efficiënte interne recycling van nutriënten door overblijvende grassoorten. Een recente studie van Whitaker et al. concludeerde bijvoorbeeld dat miscanthus negen keer minder nitraatverlies in de ondergrond had dan maïs of maïs in rotatie met sojabonen4. Het vezelige, uitgebreide wortelsysteem van miscanthus en het ontbreken van jaarlijkse verstoring door grondbewerking verbetert de infiltratie, de hydraulische geleiding en de wateropslag in vergelijking met eenjarige rijgewassen, en resulteert in de poreuze bodem met lage bulkdichtheid die typisch is voor meerjarige grassen, waarbij het waterbergend vermogen naar verwachting met 100-150 mm toeneemt. 

Nsanganwimana et al. stellen tenslotte dat Miscanthus de koolstof inbreng in de bodem verbetert, en de activiteit en diversiteit van micro-organismen bevordert, die belangrijk zijn voor de samenvoeging van bodemdeeltjes en herstelprocessen.5

Conclusie: Investeer ik in een monocultuur?

Samenvattend: wanneer wij zeggen dat Corekees niet in een monocultuur investeert, is dat letterlijk gezien te betwisten. Wat we daarmee bedoelen is dat we niet investeren in projecten met negatieve gevolgen voor een omgeving. Bij Corekees investeren we uitsluitend in projecten die bewezen positieve effecten teweeg brengen in een regio. We kijken daarbij zo breed mogelijk: ecologisch, sociaal en financieel zijn slechts drie voorbeelden van de domeinen waarbinnen we onze projecten vormgeven. Bij Corekees investeer je dus altijd in projecten die ecologisch positief zijn en waarde toevoegen aan een landschap en de mensen die voor hun levensonderhoud van dat land afhankelijk zijn. Oja, en ze leveren je nog rendement op ook.


Voetnoten:
1.Caslin et al. 2010, p. 36–37: «Miscanthus best practice guidelines»
agriculture.gov.ie

2. McCalmont et al. 2017, pp. 502–503: «Environmental costs and benefits of growing Miscanthus for bioenergy in the UK»
onlinelibrary.wiley.com

3.  McCalmont et al. 2017, p. 501: «Environmental costs and benefits of growing Miscanthus for bioenergy in the UK»
onlinelibrary.wiley.com

4.  Whitaker et al. 2018, pp. 157–158: «Consensus, uncertainties and challenges for perennial bioenergy crops and land use»
onlinelibrary.wiley.com

5. Nsanganwimana et al. 2014, p. 130: «Suitability of Miscanthus species for managing inorganic and organic contaminated land and restoring ecosystem services. A review»
academia.edu

Deel deze post